Vandaag komen de onderhandelaars van werkgevers, werknemers en het kabinet weer bijeen om te praten over een nieuw pensioenstelsel. Ze schijnen er bijna uit te zijn. Bijna, want er liggen wat puzzels op tafel die nog niet zijn opgelost. Maar een deal lijkt na tien jaar praten nu toch eindelijk dichtbij. Dat zou werkelijk goed nieuws zijn.
De coronacrisis treft de economie hard. Ook pensioenfondsen worden getroffen. Ze worden zelfs dubbel geraakt, nu zowel de wereldwijde beurzen als de rente scherp zijn gedaald. Die beroerde omstandigheden brengen echter ook een lichtpuntje: het lijkt erop dat de crisis de onderhandelingen over een nieuw pensioenstelsel heeft versneld.
Geen harde toezeggingen, geen rekenrente
De al jarenlang extreem lage rente is bijzonder slecht voor pensioenfondsen. U kent het principe: bij de ultra-lage rente van vandaag moeten we als pensioenfondsen rekenen alsof we de komende decennia nauwelijks geld kunnen verdienen op onze beleggingen. Daardoor moeten we nu enorm veel extra geld reserveren voor de toekomstige pensioenen.
Er lijkt nu een akkoord te komen dat afstapt van de schijnzekerheid die ons huidige pensioenstelsel biedt. Door geen harde garanties meer af te geven maar in plaats daarvan een verwachting, kan afscheid worden genomen van de zogenoemde risicovrije rekenrente. Pensioenen waren altijd al afhankelijk van de economie en dus nooit écht rotsvast gegarandeerd. Door dat nu ook expliciet toe te geven, kunnen we op een andere manier naar onze reserves kijken.
Toverstafje?
De geluiden zijn dat met het nieuwe voorstel voor een ander pensioenstelsel iedereen erop vooruit zou kunnen gaan. Dat klinkt misschien te mooi om waar te zijn. Want er bestaat geen toverstafje waarmee opeens extra geld tevoorschijn kan worden gegoocheld. Toch is er een methode waar iedereen beter van zou kunnen worden. Want als we afstappen van de huidige schijnzekerheid, hoeven pensioenfondsen minder dood geld op de plank te laten liggen. Als de pensioenen makkelijker kunnen meebewegen met de economie, zijn die enorme reserves immers minder nodig. Iedereen levert dan iets in aan zekerheid, maar we krijgen er uiteindelijk een beter resultaat voor terug.
Laten we hopen dat de onderhandelaars er nu echt snel uitkomen. Er zijn nog lastige vragen te beantwoorden, zoals hoe we overgaan van het huidige stelsel naar het nieuwe. Maar het is nu of nooit. De huidige economische malaise maakt hervorming belangrijker dan ooit.
Peter Borgdorff
Directeur PFZW