Wat vinden we bij PFZW nou precies van de ideeën over ons pensioenstelsel, zoals minister Koolmees die een tijdje terug naar de Tweede Kamer stuurde? Een eenvoudige vraag. Maar het antwoord is minder simpel.
Deze week (en ook al eerder) schreef Lucas Slot, een lezer van dit blog, verschillende malen dat hij nou wel eens wilde weten wat PFZW en ik precies vinden van de ideeën van minister Koolmees. Ik begrijp de vraag. En ik begrijp ook het ongenoegen over het uitblijven van een exact antwoord. Toch kan ik de vraag niet beantwoorden. Althans, niet op een manier waarvan ik verwacht dat de heer Slot en andere lezers er tevreden mee zouden zijn.
Vakbonden, werkgevers en politiek
Want wat is het punt? Simpelweg: PFZW gaat er niet over. En ik al helemaal niet. Afspraken over de inhoud van de pensioenregeling - en ook over de hervormingen van het stelsel - zijn in eerste instantie een zaak van sociale partners: vakbonden en werkgevers. Dat zij er over gaan is logisch, want pensioen is een arbeidsvoorwaarde én werkgevers en werknemers betalen de pensioenen samen. Als sociale partners er samen uitkomen, neemt de politiek vervolgens een besluit over de randvoorwaarden. Kabinet en parlement stellen wetten op die de pensioenafspraken al dan niet mogelijk maken. Het gaat dan bijvoorbeeld over belastingregels, regels over zekerheid en risico en regels over de leeftijd waarop we kunnen stoppen met werken.
Met de verkiezingsuitslag van afgelopen woensdag en de nieuwe verhoudingen in de Eerste Kamer, wordt de politieke besluitvorming over ons pensioenstelsel er niet eenvoudiger op. Misschien is er ook een lichtpuntje: de versnippering van het politieke landschap zorgt ervoor dat het kabinet op zoek moet naar steun bij andere partijen. Dat betekent dus dat het kabinet met plannen moet komen die op breed draagvlak kunnen rekenen.
Terughoudend
PFZW zit zoals gezegd niet aan de onderhandelingstafel in Den Haag. Wat is onze rol (en die van andere pensioenfondsen) dan wel? Eenvoudig gezegd: wij krijgen de opdracht van sociale partners om de afgesproken pensioenregeling uit te voeren. Niets meer en niets minder.
Omdat wij niet aan de onderhandelingstafel zitten, past mij ook enige terughoudendheid in het hardop uiten van onze mening. Niet omdat we geen mening hebben, maar vooral omdat ik bij u geen verwachtingen wil wekken die we niet kunnen waarmaken.
Niet onder stoelen of banken
Vind ik dan helemaal niks van de discussie over de hervorming van ons pensioenstelsel? Jazeker wel. Mijn mening steek ik niet onder stoelen of banken. Sterker nog, er is geen onderwerp waarover ik op deze plek de afgelopen jaren váker heb geschreven. Een hele kleine greep uit die eerdere blogs vindt u bijvoorbeeld hier, hier, hier en hier.
Het ging in die blogs niet over de precieze inhoud van mogelijke pensioenafspraken, maar wel over de waarden die PFZW, en ik, hoog in het vaandel hebben staan. Ik sta nog steeds pal achter die waarden: je pensioen regel je het best samen, door kosten en risico’s met elkaar te delen. We moeten solidair zijn, ook tussen generaties, en voorkomen dat er pech- en geluks-generaties ontstaan. We zouden verder wat mij betreft moeten stoppen met onnodige voorzichtigheid en dure schijnzekerheid, omdat die leiden tot slechtere pensioenen. En tot slot vind ik dat de pensioenen meer dan nu het geval is, moeten kunnen meebewegen met de economie. Dat betekent dat pensioenen sneller moeten kunnen groeien als het goed gaat, maar ook wat eerder kunnen dalen als het tegenzit.
De sterke kanten van ons stelsel moeten wat mij betreft behouden blijven, óók na een hervorming. Maar nogmaals: hoe werknemers en werkgevers dat precies willen gaan regelen, dat is aan hen. Zij zijn aan zet. Al een hele tijd zelfs.
Peter Borgdorff
Directeur PFZW
Beste heer Borgdorff,
U stelt “Dat betekent dat pensioenen sneller moeten kunnen groeien als het goed gaat, maar ook wat eerder kunnen dalen als het tegenzit.“
Ik ben het daar mee eens.
Sneller kunnen indexeren, maar als consequentie daarvan het korten niet eeuwig uitstellen.
Groet,
Bastiaan
Geplaatst door: Bastiaan | 03/22/2019 om 10:40
Beste Bastiaan, aardig om je weer tegen te komen.
Na de afgelopen ‘leerperiode’ gedurende meer dan tien jaar en wel sinds het begin van de financiële crisis met de daling resp. het voortduren van een extreem laag rentepercentage, is de stelling geheel juist.
Alleen hoeft daar m.i. niet het gehele pensioenstelsel voor overhoop te worden gehaald.
Als de ‘lange rente’ in de toekomst weer terugkeert naar het niveau van de vijftig jaar voorafgaand aan de crisis (en dat is zeker niet uitgesloten) zal blijken dat het ‘oude systeem’ ook zijn goede kanten kende.
Dit neemt niet weg dat de indexeringsmethodiek uiteraard wel moet worden aangepast.
Geplaatst door: Louis Sparidans | 03/22/2019 om 15:06
Beste Louis en Bastiaan.
Werkgevers, werknemers en PFZW hebben een uitkeringsovereenkomst met elkaar gesloten. Hierin ligt het beleggingsrisico geheel bij de pensioenuitvoerder: https://docplayer.nl/7318368-Het-nederlandse-pensioenstelsel.html:
"Bij een uitkeringsovereenkomst is de hoogte van de uitkering die vanaf een bepaalde leeftijd wordt ontvangen gebaseerd op het gemiddelde loon over de werkzame periode of op het laatst verdiende loon of een combinatie van beide. Het beleggingsrisico, het risico dat de levensverwachting van de werknemer meer toeneemt dan aanvankelijk verwacht (langlevenrisico) en het renterisico liggen in beginsel bij de pensioenuitvoerder".
Dus wanneer de overheid bepaalt dat er onvoldoende dekkingsgraad is en er gekort moet worden dan is dit bij een uitkeringsovereenkomst in principe een probleem voor de pensioenuitvoerder. Deze moet er dan voor zorgen dat er een beter beleggingsresultaat wordt behaald zodat de deelnemers zijn gegarandeerde uitkering kan krijgen.
Dhr. Borgdorff heeft gelijk wanneer hij aangeeft dat PFZW m.b.t. een aantal kaders afhankelijk is van de overheid. Er is tussen werkgevers en werknemers echter een uitkeringsovereenkomst gesloten en PFZW heeft zich als pensioenuitvoerder hieraan verbonden en daarmee het risico op zich genomen. In goede tijden vindt men dit geen probleem, wanneer het minder wordt zie je dat de pensioenrechten worden verminderd door veranderingen in de statuten (overgang van eindloon naar middelloon, afschaffing van extra pensioenjaren, afschaffing van VUT-regelingen etc.) Dit overigens allemaal middels overleg tussen PFZE, werkgevers, werknemers, en slechts een paar pensioengerechtigden.
In ditzelfde overleg wil men straks bepalen of men akkoord zal gaan met het invaren van oude rechten in een nieuw pensioenstelsel, de doorsneepremie vervangt en de uitkeringsovereenkomst wil veranderen in een premieovereenkomst....
Dhr. Borgdorff geeft in zijn blogs herhaaldelijk aan dat de uitkeringen afhankelijk zijn van de beleggingsresultaten. Dat is niet geheel juist: de financiële positie van PFZW is afhankelijk van de beleggingsresultaten! Bij zeer goede resultaten verbetert die positie maar nemen de rechten van deelnemers in principe niet toe. Bij langdurig mindere resultaten wordt de financiële positie aangetast maar blijven de rechten in principe eveneens gelijk. In die situatie zal men echter maatregelen moeten te treffen om de financiële positie te verbeteren. Dit realiseren middels het verlagen van de uitkeringen is feitelijk contractbreuk en laat de deelnemers alsnog voor de risico's opdraaien. Met zal daarom samen met de werkgevers en werknemers willen afspreken dat de uitkeringsovereenkomst wordt omgezet in een premie overeenkomst. Maar wat als een pensioengerechtigde dit niet wil? Dan zou omzetting voor die deelnemer niet doorgaan want elke deelnemers heeft nu een individueel stemrecht. Door dit individuele recht om te zetten in een collectief stemrecht wil men de individuele deelnemer dit recht ontzeggen en de beslissing neerleggen bij het overleg tussen de sociale partners en PFZW. En dan is het maar de vraag waar die de solidariteit neerleggen..... en op welke gronden.... en in welke mate.... Aangezien deze partners zeer waarschijnlijk wel af willen van deze uitkeringsovereenkomst, waarin reeds pensioengerechtigden aanspraak kunnen doen op een gegarandeerde pensioenuitkering, zal deze omgezet worden in een premieovereenkomst. PFZW blij want het risico ligt niet meer bij hun, vakbonden blij want de belangen van de werknemers zijn behartigd, werkgevers blij want de werknemers zijn blij. Reeds gepensioneerden wat minder blij maar ja je moet solidair zijn met elkaar! Maar wat houdt de solidariteit bij PFZW nou eigenlijk precies in? Voor mij wordt dit steeds onduidelijker.
Ook in dit blog wordt weer heel algemeen op het belang van solidariteit gewezen en dat zekerheid schijnzekerheid zou zijn.
Er wordt gesproken van solidariteit tussen generaties maar niet ingevuld hoe die eruit zou moeten zien. En over deze vorm van solidariteit wordt ook niets vermeld in de statuten. Middels de statuten is geregeld wanneer en in welke mate deelnemers geacht worden solidair met elkaar te zijn: bijv. met iemand die arbeidsongeschikt wordt, met de nabestaanden van een overleden deelnemer etc.(zie statuten). Er staat echter niet in dat er geen geluks- en pechgeneraties mogen zijn. Dat is ook logisch want dat is veel te vaag omschreven en daarmee niet (eenduidig) uitvoerbaar. Dhr. Borgdorff lijkt zijn eigen invulling aan solidariteit te geven waarbij iedereen met iedereen solidair moet zijn. Met alle mogelijke onzekerheden lijkt nu rekening gehouden te moeten worden opdat niemand in de toekomst mogelijk de dupe kan worden.
Door deze afwijking van de statuten wordt uitvoering van de pensioenregeling arbitrair en komen verschillende groepen deelnemers tegenover elkaar te staan.
Ik weet dat het heel cynisch klinkt maar ik vraag het me toch af: waarom wordt solidariteit nu steeds zo breed en vaag geponeerd? Om straks onder die noemer vervelende beslissingen en maatregelen te kunnen nemen misschien?
Geplaatst door: Lucas | 03/22/2019 om 17:18
De brief van Koolmees laat zien dat men naar een ander soort overeenkomst wil: https://pfzw.typepad.com/blog/2019/02/een-lange-brief-van-koolmees.html
In deze brief staat o.a.: "zoals gesteld zal de financiële positie van pensioenfondsen niet veranderen door over te stappen op een ander contract. Wel kan een nieuw contract meer duidelijkheid creëren, waarmee de kloof tussen verwachtingen en uitkomsten kan worden gedicht" (Lucas: het risico kom geheel bij de deelnemers te liggen want men kan geen gegarandeerde uitkering meer verwachten en ook geen indexatie). "Eveneens kunnen er bij een nieuw contract andere afspraken worden gemaakt over hoe wordt omgegaan met mee- en tegenvallers. Alleen indien er duidelijke afspraken zijn over een overgang naar een ander stelsel met andere verdeelregels, vind ik de vraag valide om in het licht van de overgang en vooruitlopend daarop de huidige kortingsregels te bezien. Immers, zolang sociale partners niet hebben gekozen voor een nieuw pensioencontract, staat mij niets anders te doen dan de regels die gelden voor het huidige contract zo goed mogelijk te handhaven".
Koolmees eist dus dat PFZW op een andere pensioenovereenkomst overstapt als men wil dat hij zijn kortingsregels versoepelt en daarmee indexatie weer mogelijk maakt. Eerst strenge regels invoeren en dan eisen dat de pensioenafspraken worden veranderd wil men die regels weer versoepeld zien. Dat is blijkbaar hoe het werkt in de politiek.... Mijn vraag is simpel: gaat PFZW voor die eisen buigen?
Geplaatst door: Lucas | 03/23/2019 om 01:11
Al dat gepraat over de pensioenen. Ouderen die al jaren op de nullijn qua stijging van het pensioen zitten. Waarom er moet genoeg in de post blijven om de jongeren uit te betalen. Veel ouderen krijgen de indruk dat zij moeten betalen om de jongeren te voorzien van een pensioen. En er is winst er wel gemaakt. Ik vraag me dan wel af waarom merken de ouderen daar niets van? Ouderen merken al jaren niets van de winst die het pensioenfonds maakt. En waarom: rekensommetjes waaruit moet blijken dat er nog steeds niet voldoende in kas is. 124% heet gezond bij 110% mag de oudere er ook weer wat van merken. Het lijkt niet altijd eerlijk t.o.v. de oudere generatie die Nederland na de oorlog weer heeft opgebouwd en veelal meer dan 40 jaar voor het pensioen heeft gewerkt. Misschien is het goed om ook weer eens aan deze generatie te denken!!!!
Geplaatst door: Pippie | 03/23/2019 om 21:16
Beste Pippie, ik leef met je mee. Mét jou zullen veel ouderen er zo over denken. En dat is goed te begrijpen. Het voelt ook niet eerlijk aan!
Het is ‘het Rijk’ dat paal en perk stelt aan de pensioenfondsen en de Nederlandse Bank stelt de regeltjes vast waaraan pensioenfondsen moeten voldoen. Het klinkt wat cru, maar eigenlijk hebben de heer Borgdorff en het PFZW amper iets in de melk te brokkelen.
Hij zegt het hierboven ook zelf: ‘PFZW gaat er niet over. En ik al helemaal niet.’
Het had evenwel de afgelopen tien jaar niet zo mogen gebeuren! Ik vind dat ‘het Rijk’ (regering en parlement) in gebreke is gebleven.
Geplaatst door: Louis Sparidans | 03/23/2019 om 21:54
@ Veel ouderen krijgen de indruk dat zij moeten betalen om de jongeren te voorzien van een pensioen.
# In het huidige stelsel is dat het geval omdat er ' noodgedwongen' met een lage rekenrente wordt gewerkt en de beleggingswinsten het 'verlies' daardoor, niet op lange termijn vermoedelijk niet kunnen compenseren.
Maar deze werkelijkheid gaat van kwaad tot erger als de overheid meent hier aanleiding in te vinden om het pensioenstelsel te verbouwen.
*** De uitkomst van de te lage discontovoet van DNB is dat pensioenen minder en minder ‘waard’ worden, verdampen. Zoals ook de deskundigen in de bijzondere zitting op 21 januari voorafgaand aan de stemming zeiden: “Dit is een politieke keuze en geen natuur- of marktverschijnsel”. Er is geld genoeg. Beklemd vermogen, zei Frijns.
De coalitie stemde het wetsvoorstel van 50PLUS weg. “Had u het pensioenakkoord maar niet moeten laten klappen”, zei Rutte eigenlijk. “U moet onze voorwaarden accepteren, anders bloedt u door minder pensioen.”
De coalitie, vooral D66, wil persoonlijke potjes bij verzekeringsmaatschappijen. Dan zijn die gered, maar de pensioendeelnemers betalen meer premie, dure advieskosten – wie kan zelf zo goed beleggen als de pensioenfondsen? – en krijgen straks een veel lagere uitkering. De collectieve pensioenen afbreken en tot verdienmodel maken voor de verzekeringsmarkt. Riekt dit niet naar chantage?
U wordt voor de heilige marktwerking van uw pensioen beroofd door een politieke keuze van de huidige coalitie. Kijken of het nieuwe wetsvoorstel van GroenLinks en 50PLUS om de hersteltermijn voor de pensioenfondsen met twee jaar te verlengen, waardoor acute en definitieve kortingen voorkomen worden, wel een meerderheid in de Tweede Kamer haalt. Maar ook dan wordt u nog steeds elk jaar gekort op de indexering, zowel van uw uitkering als van de opbouw van uw pensioen.
Wilma Berkhout (is oud-belastinginspecteur,)
https://50pluspartij.nl/actueel/2867-pensioen-pensioenfonds-opinie-wilma-berkhout-januari-2019
Geplaatst door: Lemon | 03/24/2019 om 15:44
Beste Peter,
Hoop dat alle betrokkenen het pensioen als een sociaal contract gaan zien i.p.v. een financieel contract.
Daarnaast wil ik de betrokkenen wijzen op de blog van Jan Tamerus op de site van PGGM "Marktdenken vreet ons pensioen aan"
Geplaatst door: Ruud | 03/27/2019 om 19:58
In alle discussie wordt vergeten dat volgens de wetenschap de persoon die ouder wordt dan 130 jaar inmiddels al is geboren. Uitgaande van het gedram over verhogen van de pensioen gerechtigde leeftijd, die hoe dan ook omhoog moet, moeten wij aannemen dat deze toch minimaal omhoog gaat naar 70 jaar. Dat houdt dus in dat voor iemand pensioen wordt betaald vanaf z'n 21e tot z'n 70e of wel 49 jaar. In die 49 jaar moeten wij pensioen opbouwen om 60 jaar van te kunnen rondkomen, ieder weldenkend mens zal inzien dat dit onmogelijk is. Zoals oud minister Dr. Drees het eind jaren vijftig had bedoeld met de A O W hadden we moeten handhaven en aanpassen een leefbaar inkomen voor iedereen. Want waarom niet meer A O W premie betalen en alles in handen van de overheid laten. Huidige winsten worden te niet gedaan omdat er in plaats van één instantie nu een groot aantal pensioenfondsen is met ieder zijn kantoorpanden grote hoeveelheid personeel en directies met dikke salarissen en dure auto's. Dat is dus de reden waarom de oude-dag voorzieningen niet omhoog kunnen. Verder is het zo dat een groot deel van de mensen die voor de wederopbouw(van Nederland vind ik te hoog gegrepen want op veel plaatsen is weinig sprake van wederopbouw) hebben gezorgd tot de groep behoren die pas veel later in de pensioenstelsels terecht zijn gekomen en daardoor matige tot zeer matige pensioentjes hebben van enkele euro's per maand. Juist deze generatiegroep zakt langzaam steeds verder in de armoede!! Dus conclusie verplicht pensioen afschaffen en iedereen een A O W uitkering geven waar menswaardig van geleefd kan worden, en wil je meer dan kan je daar altijd nog een verzekering voor nemen.
Geplaatst door: Gerard | 04/18/2019 om 13:38
Ik hoor niemand uitleggen waarom de Nederlandse bank de laagste fictieve rekenrente van Europa aanhoudt(1,2%), terwijl de pensioenpotten het meest zijn gevuld t.o.v. omringende Europese landen.
Is ons geld uitgeleend aan landen als Italie, Griekenland, Spanje, Portugal en Oost Europese staten via de EU, zodat de pensioegerechtigden, hun eigen opgespaarde geld als sneeuw voor de zon zien verdwijnen?
Geplaatst door: J. Gombert | 04/18/2019 om 14:11